Tekstweergave van GRC1939_1118-1_00001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
iaUvda^
18
HoventUc
1939
,
6Be.
He.
86
EXTRO
ST.
NICOLAASNUMMER
GRAAFSCHE
COURANT
Uitgegeven
fen
dienste
en
tot
gerieve
van
onze
adverteepdeps
en
tot
gids
van
onze
abonn^'
Gebruiken
rond
St
Nicolaas.
Wat
de
historie
verhaalt.
Sint
Nicolaas,
de
gever
van
goede
gaven.
Sint
Nicolaas,
die
met
zijn
stoomhoot
van
Spanje
komt
en
Bisschop
van
Myra
was
in
Klein-Azie.
Rond
de
figuur
van
dezen
hei-
ligen
Bisschop
hangen
diclite
nevelen
van
het
verleden
en
over
de
figuur
van
den
Heilige
is
veel
geschreven
en
gepolemis-
seerd.
Vooral
een
veertig
jaren
geleden,
toen
in
Nederland
de
beoefenaars
van
de
Volkskunde
een
onderzoek
gingen
instellen
of
alle
gebruiken
rond
het
Sinterklaasfeest
van
Christelijken
oorsprong
waren.
Want
tenslotte
kwam
men
bij
het
onderzoek
naar
het
leven
van
den
H.
Bisschop
van
Myra,
tot
de
ontdekking,
dat
er
van
de
vele
legen-
den
cm
zijn
persoon
weinig
was,
dat
his-
torisch
vaststond.
De
vrome
legenden,
die
vooral
rond
onze
vroegere
heiligen
heen
ge-
weven
zijn,
missen
dikwijls
een
historisch-
juisten
ondergrond.
Niet
dat
zij
daarom
minder
dierbaar
zijn
aan
de
ziel
van
het
volk.
Maar
de
Middeleeuwsche
schrijvers
van
heiligenlevens
borduurden
zoo
graag
wonderverhalen
rond
de
heiligen
heen
en
wat
ze
van
den
een
vertelden,
verhaalden
ze
evenzeer
van
den
ander,
opdat
de
eene
heilige
niet
minder
eerbiedwaardig
aan
het
volk
zou
voorkomen
dan
de
andere,
^
het
was
niet
meer
het
doel
van
de
schrijvers,
stichtelijke
verhalen
te
vertellen
dan
his
torie
te
schrijven.
De
heilige,
waarvoor
zij
bijzpnder
veel
vereering
hadden,
werd
voor
al
opgesmukt
en
in
de
wonderen
gezet,
en
de
volksfantasie
in
de
overgeleverde
won
derverhalen
werd
door
de
schrijvers
nog
een
beetje
aangedikt.
Niet
anders
is
het
gegaan
met
den
Bis
schop
van
Myra,
die
in
de
vierde
eeuw
als
Bisschop
in
de
stad
van
Klein-Azie
een
grooten
naam
had.
Hij
werd
vroeger
vaak
afgebeeld
met
een
boek
waarop
drie
gouden
appelen
lagen,
want,
verhaalde
men,
de
heilige
had,
bij
een
armen
man
met
drie
dochters,
die
hij
niet
kon
uithuwen,
omdat
hij
hun
geen
bruidschat
kon
meegeven,
drie
maal
een
huwelijksgift
des
nachts
door
het
raam
geworpen.
Anderen
zeiden,
dat
hij
op
de
Kerkvergadering
te
Nicea
zoo
schoon
en
kloek
de
Heilige
Drievuldigheid
verdedigd
had,
en
dat
daarom
de
drie
gouden
appelen
hem
waren
toegekend.
Naast
zijn
beeld
werd
vaak
een
kuip
afgebeeld,
waaruit
drie
kinderen
hun
handjes
naar
den
heilige
op-
staken.
Daaromtrent
leefde
een
legende,
die
vertelde,
dat
een
wreedaard
drie
kin
deren
had
vermoord.
Hij
had
ze
in
een
kuip
in
den
kelder
ingezouten,
om
ze
aan
zijn
gasten
voor
te
zetten.
Maar
de
heilige
wist,
door
de
ingeving
Gods,
wat
er
in
het
huis
van
den
wreeden
man
had
plaats
gehad;
hij
ging
naar
den
kelder,
maakte
een
kruis
over
de
kuip
en
de
kinderen
herleefden
en
sprongen
er
uit.
Wat
er
ook
van
waar
zij
van
al
die
won
derverhalen:
hun
geur
en
atmosfeer
bleven
de
heiligen
behouden
of
ook
de
historiciteit
van
al
deze
wonderlegenden
later
critisch
.
werden
betwist.
En
of
Sint
Nicolaas
tot
kin-
dervriend
gedoopt
werd,
naar
aanleiding
van
deze
later
ontstane
legenden
of
in
ver-
band
met
de
omvorming
van
vroegere
veer-
Christelijke
gebruiken:
dat
hij
heden
ten
dage
een
groot-
kindervriend
jaarlijks
blijkt
te
zijn,
zal
niemand
betwisten.
Veel
is
er
ook
geschreven
of
de
gebruiken
van
het
geven
van
geschenken
met
Sinter-
klaas
van
v66r-Christelijken
of
Christelij
ken
oorsprong
is.
Vooral
rond
1900
is
daar
veel
over
te
doen
geweest.
lemand,
die
zich
schuil
hield
achter
den
naam
van
Joes
a
Leydis,
wilde
in
alle
ge
bruiken
rond
het
St.
Nicolaasfeest
niets
anders
zien
dan
zuiver
Christelijke
gebrui
ken.
Dr.
Giesbert
Brom
en
Dr.
Jos.
Schrij-
nen
(toenmaals
leeraar
aan
het
Bisschop-
pelijk
college
te
Roermond)
zagen
de
ge
bruiken
rond
het
St.
Nicolaasfeest
als
ver-
kerstende
gebruiken
van
heidenschen
oor
sprong,
die
de
Kerk
getroffen
heeft
rond
de
viering
van
de
feesten
der
heiligen
en
ze
zoo
maakte
tot
Christelijke
gebruiken
om
de
heidensche
feestviering
en
het
hei-
densche
karakter
daarvan
weg
te
nemen.
Want
de
heidensche
gebruiken,
die
diep
in-
geworteld
zaten
door
de
viering
sinds
eeuwen,
opeens
met
tak
en
wortel
uit
te
roeien,
was
onbegonnen
werk,
in
de
tijden
dat
het
Christendom
gepredikt
werd
aan
de
iage
landen
bij
de
zee.
In
den
voor-Christelijken
tijd
waren
November,
December
en
begin
Januari
de
maajiden
der
Winterfeesten.
Deze
waren
gewijd
aan
Wodan,
de
verpersoonlijking
van
de
bewogen
lucht.
Het
zette
in
met
de
No-
vemberstormen
als
Wodan
op
zijn
trouwen
schimmel
Sleinir,
het
jagende
wolkenheer^
omringd
door
zijn
getrouwen
voorging;
als
de
donkere
wolken
als
grijze
drommen
voe-
ren
over
het
leeggehaalde
veld
en
de
ont-
takelde
loofbosschen.
De
regen
viel
en
de
wind
gierde
langs
het
primitieve
huis
aan
den
zoom
van
het
bosch,
maar
binnenin
was
het
behaaglijk
en
zat
men
rond
het
knappend
houtvuur.
Het
was
de
tijd
des
overvloeds,
Het
var-
ken
was
geslacht,
de
veldvruchten
en
het
ooft
waren
binnengehaald,
de
wereld
lag
leeg
en
verlaten.
Het
volk
rustte
uit
van
het
zomerwerk,
het
waren
de
dagen
van
feesten
en
offers,
want
de
boerenbevolking
had
in
die
dagen
niets
te
doen.
En
Wodan
joeg
met
de
trekkende
wolken
en
den
bul-
derenden
wind
voorbij:
de
winden
brachten
de
vruchtbaarheid
voor
het
komende
jaar
en
binnen
werden
de
sagen
verteld
van
de
Germaansche
goden-mythologie
en
het
was
feest.
Het
eerste
feest
nam
zijn
aanvang
omstreeks
begin
November;
het
tweede
z.g.
Midwinterfeest
of
Joelfeest,
ontegenzegge-
lijk
het
hoogste
feest
van
December
en
In
de
eerste
helft
van
Januari.
Sint
Nicolaas
behield
in
Nederland
zoo
goed
als
het
monopolie.
En
andere
hei
ligen
worden
elders
als
schenkers
van
goe
de
gaven
vereerd.
In
Limburg
bakt
men
met
Smt
Maarten,
de
Sint
Maartenskoeken;
in
Duitschland
houdt
men
op
vele
plaatsen
OR
dien
dag
smulpartijen;
in
Oostenrijksch
Silezie
krijgen
kinderen
en
volwassenen
op
den
vooravond
van
Sint
Maarten
velerlei
geschenken;
in
Engeland
is
St.
Clemensdag
schenkingsfeest.
Met
St.
Andreas
wordt
te
Reichenberg
de
St.
Barbarakranz
gebak-
ken;
te
Keulen
is
St.
Barbara
met
hare
ge
schenken
de
voorloopster
van
St.
Nicolaas
de
Bisschop
van
Myra
is
met
zijn
geschen
ken
vooral
in
Nederland
in
eere;
in
Tirol
speelt
IjUCia
voor
de
meisjes
de
rol
van
Sin-
terklaas;
op
St.
Thomasdag
was
het
in
sommige
streken
van
Brabant
de
gewoonte
dat
de
kinderen
hun
ouders
buitensloten
en
dan
riepen:
Wat
belooft
ge?
Na
de
be-
lofte
van
het
een
of
ander
te
zullen
geven
werd
de
deur
geopend.
Dan
volgt
Kerstmis
met
zijn
Kerstboom
en
geschenken
en
met
zijn
in
het
Limburgsche
Folklore
eigen-
aardige
Kerstbroodje
van
Geleen;
de
tweede
Kerstdag
waarop
de
kinderen
te
Neeroete-
ren
in
Belgisch
Limburg
op
broodjes
wer^
den
onthaald;
voorheen
at
men
op
ste-
fanusdag
in
den
Eiffel
tweeerlei
brood,
het
eene
zoet
en
het
andere
zuur,
zooals
thans
nog
in
de
Rijrilanden.
In
Brabant
gingen
op
het
feest
van
Onnoozele
Kinderen,
de
kleine
meisjes
en
jongens
rond
in
de
kleeren
van
volwassenen,
zingend:
„Koosje,
Koosje
is
mijn
naam",
om
wat
te
krijgen.
Dan
komt
Nieuwjaar
met
zijn
Nieuwjaars-
koeken
en
Driekonlngen,
waarop
de
kin
deren
zingend
met
sterre
en
lampion
rond-
trekken
door
den
donkeren
avondval
en
overal
worden
onthaald.
Dit
eene
is
zeker:
de
overdaad
van
ge-
schenkingsfeesten
en
smulpartijen
is
een
overblijfsel
van
de
voor-Christelijke
Win
terfeesten;
de
Kerk
heeft
deze
feestelijk-
heden
verbonden
aan
de
Christelijke
fees-
ten
en
de
Heiligen
die
in
dien
tijd
herdacht
worden.
Ook
het
paard,
dat
Sinterklaas
berijdt,
heeft
hij
overgenomen
uit
de
faillieten
boedel
van
Wodan
en
de
groote
lans
Gung-
nir
werd
vervangen
door
den
statigen
Bis-
schopsstaf.
De
schoorsteen,
die
vooral
vroe
ger
een
zoo
belangrijke
rol
in
de
Sinter-
klaastijd
speelde,
vooral
de
ruime,
ouder-
wetsche
schoorsteen,
waaronder
het
vuur
brandde
in
een
open
vuurhaard,
was
de
verbindingsweg
tusschen
de
stervelingen
en
de
geesteswereld
in
den
voor-Christelijken
tijd.
De
schoen
of
klomp,
waarin
wortelen
of
haver
werden
gedaan
voor
het
paard
van
den
grooten
Bisschop
vindt
men
ook
in
de
Volkskunde
diep
in
de
eeuwen
terug.
Vroeger
was
dit
bedoeld
als
een
gave
voor
den
god
in
het
vruchtbaarheidstijd-
perk,
zooals
vroeger
in
sommige
streken
de
maaiers
op
den
akker
een
gave
achterlie-
ten.
De
Wilde
Jager,
waarin
later
tijden
Wodan
werd
getransformeerd,'
vulde
de
schoenen
met
goud.
In
Meckelenburg
legde
de
Bruid,
voor
de
huwelijksplechtigheid
een
stuk
geld
in
elken
schoen,
want
dan
heeft
ze
later
geen
geldgebrek.
Sint
Nicolaas
komt
van
een
ver
land.
Een
land
van
licht
en
zonneschijn,
vanwaar
hij
appels
en
kastanjes
meebrengt.
Bij
ons
werd
dat
gelocaliseerd
in
Spanje.
Vroeger
was
het
Engeland,
het
appelen-eiland.
In
West-Vlaanderen
was
het
Conde:
Drie
appelkens
van
Conde
Brengt
mijn
broerkens
ook
wat
mee.
In
Venlo
keert
Sinterklaas
terug
uit
Pi-
cardie
:
Gank
ut
rije
no
't
lendje
van
Picardie.
Het
zijn
heel
oude
en
vervaagde
verbin-
dingsdraden,
die
het
tegenwoordige
feest
van
Sinterklaas
met
langverleden
eeuwen
binden.
Slechts
nauwlceurig
en
diepgaand
onderzoek
bracht
de
duidelijke
overeen-
komst
aap
het
licht.
Want
zeiden
is
er
door
legenden
en
gebruiljen
een
goede
Heilige
zoo
populair
gebleven
als
de
H.
Nicolaas.
Naast
kindervriend
en
gever
T^an
goede
gaven
werd
hij
de
patroon
van
schippers
en
zeevarenden.
En
het
zal
daarom
wel
zijn,
dat
hij
de
patroon
is
geworden
iraii
Het
handeldrij-
vende
Amsterdam.
meisje.
Als
een
jongen,
dat
nou
nog
vroeg.
dan
zou
Sinterklaas
er
misschien
nog
over
denken!
Maar
een
meisje
met
een
echte
vliegmachine....
het
was
te
raar
om
over
te
denken!
Op
de
achterste
bank
zat
Mientje
van
der
Loo.
Bij
haar
kwam
de
juffrouw
het
laatste
vragen.
—
En
Mientje,
zei
ze,
wat
zijn
jou
wen-
schen?
Heb
jij
je
schoentjes
al
klaar
gezet?
Mientje,
een
klein,
bleek,
armelijk
kindje,
keek
schuw
op.
De
moeder
van
Mientje
moest
hard
werken
als
waschvrouw
om
het
hofd
boven
water
te
houden,
dat
wist
iedereen.
Een
vader
had
Mientje
niet.
Die
was
al
jaren
geleden
gestorven.
Toen
de
juffrouw
dan
ook
vroeg
of
Mien
tje
haar
schoenen
al
klaar
gezet
had,
keek
ieder
vol
spanning
toe.
Wat
zou
Mientje
wenschen?
Het
kleine
meisje
zweeg
eerst
even.
—
Nou....?
vroeg
de
juffrouw
glim-
lachend.
—
Ik
zet
m'n
schoentjes
niet
klaar,
zei
Mientje
met
trillende
stem.
—
En
waarom
dan
wel
niet,
m'n
kind?
vroeg
de
juffrouw
verbaasd.
—
Moeder
zegt,
dat
Sinterklaas
er
toch
niets
in
doet.
—
Waarom
zou
Sinterklaas
dat
niet
doen?
Je
bent
toch
het
geheele
jaar
zoet
geweest.
En
je
hebt
altijd
zoo
goed
opgelet!
Als
er
iemand
een
prachtig
cadeau
verdient,
dan
ben
jij
dat
we
1.
Mientje
glimlachte
nu
even.
Ja,
ze
had
goed
opgelet,
het
geheele
jaar
door.
Maar.
—
Mijn
moeder
zegt,
verklaarde
ze,
dat
V\ET
UEDJE
VAH
JEOER
Si
WT'WiCOLAASI
QUUS
BETLEM
Jr.
Zoo
is
(3e
Sint-Nic'laastijd
dan
weer
gekomen,
De
tijd
van
surprises,
van
vreugde
en
pret,
Ue
tijd
(3at
we
weer
in
een
grappig
gedichtje
Es
fijn
in
het
zonnetje
worden
gezet!
Nu
zitten
we
weer
om
het
hardste
te
zwoegen,
Wat
Tiimt
er
op
...
marsepijn,
steenkool
of
visch...
Nn
jijn
weer
alien
als
jolige
kind'ren
het...
Sint-Nicolaasavond
weer
is!
Nu
wordt
€r
weer
heel
geheimzinnig
gefluisterd
En
zijn
er
de
deuren
weer
stevig
op
slot,
Nu
wordt
er
—
ja,
zelfs
door
de
grootste
verkwisters,
Al
weken
en
weken
tevoten
ge-pot...
Nu
maken
we
pakken,
die
massa's
beloven,
w
bescheiden,
eenvoudig
en
klein,
Waarbij
cjan
de
derste
—
dat
hoort
nu
zoo
eenmaal
—
De
meest
onbeduidende
blijken
te
zijn!
Nil
zijn
Weer
de
straten
vol
kijkende
menschen,
Nu
zijn
Weer
de
winkels
tot
berstens
toe
vol,
Nu
zijn
er
de
hoofden
van
grooten
en
kleinen
Al
dagen,
al
weken
tevoren
oo
hoi...
Nu
s
ook..
.
de
malaise
heel
even
vergeten,
Alfhans
voor
een
tijdje
de
deur
uitgezet,
want;..'t
gaat
niet
om
kostbare,
diare
geschenken,
Maat
t
gaat
toch
in
hoofdzaak
alleen
om
...
de
pretl
„Voor
de
familie
Van
der
Loo.
Van
Sin
terklaas".
Het
pak
werd
natuurlijk
dadelijk
naar
binnen
gebracht
en
opengemaakt.
En
daar
zat
allereerst:
een
paar
prachtige
stevige
schoenen
voor
Mientje
in.
En
dat
niet
al
leen:
van
alles
haalde
moeder
er
uit.
War-
me
kleeren
voor
de
wintermaanden,
een
paar
mooie
boeken,
twee
mooie
spelletjes,
een
keurig
wollen
manteltje,
en
wat
al
niet
meer!
—
Mammie,
zei
Mientje,
toen
al
die
heer-
lijkheden
op
tafel
lagen,
ziet
U
nu
wel,
dat
Sinterklaas
ons
niet
vergeten
heeft?"
Moeder
knikte
lachend.
*
*
*
Op
het
hoekje
van
de
straat
stond
juf
frouw
Van
Velde
met
een
tiental
kinderen
uit
de
klas.
—
Zagen
jullie
wel,
hoe
blij
ze
waren,
toen
ze
het
pak
vonden?
zei
de
juffrouw.
De
kinderen
knikten.
—
Het
is
prettig,
om
wat
te
krijgen,
kin-
ders.
Maar
om
wat
te
geven
dat
is
nog
veel
heerlijker.
De
kinderen
vonden,
dat
ook
en
Geertje
Dieken
zei
zacht:
—
Dat
is
tenminste
mijn
fijnste
Sinter
klaas,
die
ik
ooit
heb
meegemaakt.
—
Ook
al
heb
ik
die
echte
vliegmachine
dan
niet
gehad....
I
ST.
NICOLAAS-VIERING
IN
VROEGER
EEUWEN
De
kapotte
schoentjes
—
Juffrouw,
vroeg
Jansje
Bakker
op
vier
December,
vertelt
U
nu
'ns
wat
over
Sinter
klaas.
En
alle
kinderen
riepen:
Ja.,
ja,
dat
is
fijn.
Juffrouw
Van
der
Velde
schudde
glimlachend
het
hoofd.
—
Maar
lieve
kinders,
zei
ze,
ik
heb
toch
al
een
verhaal
verteld
over
Sinterklaas.
Wat
moet
ik
dan
nu
vertellen?
—
Mogen
wij
dan
wat
vertellen?
stelde
Hans
de
Bree
voor.
—
Ja,
dat
is
een
goed
idee!,
zei
de
juf
frouw.
Ik
zal
maar
op
het
rijtje
afgaan
he?
Julhe
weet
allemaal
wel
wat
te
vertellen
over
het
Sinterklaasfeest.
Zeg
bijvoorbeeld
maar,
wat
je
wenschen
zijn.
En
toen
ging
het
op
het
rijtje
af.
Het
was
leuk,
maar
bijna
alle
meisjes
haddpn
pen
naaidoos
op
hun
verlanglijstje
staan.
Be-
halve
Geertje
van
Dieken.
Dig
zei,
dat
ze
om
een
vliegmachine
had
gevraagd.
En
toen
de
juffrouw
haar
vroeg
wat
voor
een
vlieg
machine,
dat
dan
wel
was,
zei
ze
trotsch:
Een
echte
natuurlijk!
Daar
moest
de
heele
klas
om
lachen.
Een
echte
vliegmachine.
Ja,
Sinterklaas
was
niet
lekker!
Die
gaf
daar
echte
vliegmachi-
nes
weg!
Trouwens
—
zoo
meenden
de
jon
gens
—
dat
was
toch
zeker
niets
voor
een
Sinterklaas
er
toch
niks
indoet.
M'n
schoen
tjes
zijn
kapot,
ziet
U.
En
Sinterklaas
doet
niks
in
kapotte
schoentjes
Het
was
even
stil
in
de
klas.
En
net,
toen
de
juffrouw
wat
over
die
schoentjes
van
Mientje
wilde
gaan
vertel
len,
(
ging
de
bel,
ten
teeken,
dat
de
les
was
afgeloopen.
Mientje
had
haar
kapotte
schoentjes
toch
klaargezet....
maar....
wat
moeder
gezegd
had,
bleek
waar
te
zijn.
Er
was
tenminste
niets
in,
toen
ze
ging
kijken.
Op
Sinterklaas-avond
zat
ze
bij
moeder
in
de
huiskamer.
Het
was
buiten
ijzig
koud
en
binnen
was
het
nu
ook
niet
bepaald
warm.
Toch
was
er
een
klein
beetje
gezel-
ligheid.
Moeder
had
ter
eere
van
het
Sin
terklaasfeest
een
pot
chocolademelk
gezet.
En
er
waren
ook
speculaasjes.
Voor
Mientje
was
dat
al
een
heel
feest
Plotseling
—
het
was
ongeveer
half
negen
—
werd
er
gebeld.
—
Wie
zou
dat
nou
zijn?
zei
Moeder
ver
baasd.
Mlientje
zei
heelemaal
niets.
Maar
haar
hartje
klopte.
Zou
Sinterklaas
dan
toch..?
Samen,
moeder
en
dochter,
gingen
ze
naar
de
buitendeur,
openden
deze
en
niemand
was
er
te
zien.
Ja,
niemand,
maar
er
moest
toch
wel
iemand
geweest
zijn
want
die
iemand
had
een
vrij
groot
pak
achtergelaten,
dat
op
de
stoep
stond.
Er
hing
een
kaart
aan,
waarop
stond
ge
schreven
:
Als
je
zoo
in
den
St.
Nicolaas
tijd
door
de
straten
loopt
en
je
ziet
al
die
mooie
ver-
lichte
winkels,
die
met
elkaar
wedijveren
in
het
uitstallen
van
het
mooiste
en
aanlok-
kelijke
speelgoed,
dingen
zoo
fijn,
dat
je
ze
wel
allemaal
tegelijk
aan
den
Sint
zoudt
willen
vragen,
dan
kun
je
je
haast
niet
in-
denken,
dat
die
St.
Nicolaaspret
in
vroeger
tijden
soms
verboden
is
geweest.
En
toch
is
dat
zoo.
Uit
het
oude
Holland
van
de
17e
eeuw
is
een
„keur"
of
„ordonnantie"
bekend
—
dat
is,
wat
wij
tegenwoordig
een
politie-
verordening
zouden
noemen
—
waarin
het
,setten
van
craemen
opten
Nicolaesavond""
verboden
werd.
De
overheid
van
dien
tijd
vond
dat
„teghens
alle
goede
orde
ende
polityc"
en
daarom,
zoo
stond
er,
behoort
het
„niet
en
getolereerd"
te
worden.
Getole-
reerd
is
toegestaan,
dat
begrepen
jullie
mis
schien
al
wel.
De
menschen
gebruikten
in
dien
tijd
veel
Fransche
woorden
nog
meer
dan
tegenwoordig!
Ook
de
vroede
vaderen
van
Arnhem
wa
ren
vroeger
weinig
te
spreken
over
de
St.
Nicolaasviering.
Het
zetten
van
een
schoen
en
het
bakken
van
Sinterklaaskoek
vonden
ze
heelemaal
niet
te
pas
komen.
In
een
keur
van
het
jaar
1622
werden
die
beide
dingen
verboden
tot
groot
verdriet
van
alle
Arn-
hemsche
kinderen,
en
ook
van
vele
oude-
ren
want
die
lustten
de
Sinterklaaskoek
ook
wel!
En
de
reden?
zullen
jullie
vragen.
Wel,
men
dacht,
dat
de
viering
van
den
verjaardag
van
den
goeden
Heilige
de
men
schen
zou
afleiden
van
„de
ware
Godes-
dyenst".
Later
heeft
men
wel
ingezien,
dat
men
daar
niet
bang
voor
hoefde
te
zijn
en
toen
kon
de
Sinterklaaspret
overal
onge-
stoord
zijn
gang
gaan.
Trouwens,
uit
een
oud
liedje,
66k
uit
dien-
zelfden
tijd,
toen
sommige
menschen
vrees-
den,
dat
de
vereering
van
God
onder
de
St
Nicolaasviering
zou
lijden,
kiln
je
al
zien
dat
bij
alle
vereering
van
den
goeden
bis
schop
God
heelemaal
niet
werd
vergeten
en
dat
Hem
de
hoogste
eer
werd
gelaten
Dat
liedje,
dat
in
1658
in
Gouda
werd
ee-
zongen,
luidde:
Sint-Niklaas,
bisschop,
goed
heilig
man,
Wilde
wat
in
mijn
schoentje
geven,
God
^
,
[loont
u
dan.
Geefde
mij
een
beurs
met
bellen,
Zoo
zal
ik
u
niet
meer
kwellen
Zoolang
als
het
God
gelieft
'
Heb
ik
Sint-Niklaasje
lief.
1;.
"4.