Tekstweergave van GRC1939_1118-1_00001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
iaUvda^ 18 HoventUc 1939 , 6Be. He. 86 EXTRO ST. NICOLAASNUMMER GRAAFSCHE COURANT Uitgegeven fen dienste en tot gerieve van onze adverteepdeps en tot gids van onze abonn^' Gebruiken rond St Nicolaas. Wat de historie verhaalt. Sint Nicolaas, de gever van goede gaven. Sint Nicolaas, die met zijn stoomhoot van Spanje komt en Bisschop van Myra was in Klein-Azie. Rond de figuur van dezen hei- ligen Bisschop hangen diclite nevelen van het verleden en over de figuur van den Heilige is veel geschreven en gepolemis- seerd. Vooral een veertig jaren geleden, toen in Nederland de beoefenaars van de Volkskunde een onderzoek gingen instellen of alle gebruiken rond het Sinterklaasfeest van Christelijken oorsprong waren. Want tenslotte kwam men bij het onderzoek naar het leven van den H. Bisschop van Myra, tot de ontdekking, dat er van de vele legen- den cm zijn persoon weinig was, dat his- torisch vaststond. De vrome legenden, die vooral rond onze vroegere heiligen heen ge- weven zijn, missen dikwijls een historisch- juisten ondergrond. Niet dat zij daarom minder dierbaar zijn aan de ziel van het volk. Maar de Middeleeuwsche schrijvers van heiligenlevens borduurden zoo graag wonderverhalen rond de heiligen heen en wat ze van den een vertelden, verhaalden ze evenzeer van den ander, opdat de eene heilige niet minder eerbiedwaardig aan het volk zou voorkomen dan de andere, ^ het was niet meer het doel van de schrijvers, stichtelijke verhalen te vertellen dan his ­ torie te schrijven. De heilige, waarvoor zij bijzpnder veel vereering hadden, werd voor ­ al opgesmukt en in de wonderen gezet, en de volksfantasie in de overgeleverde won ­ derverhalen werd door de schrijvers nog een beetje aangedikt. Niet anders is het gegaan met den Bis ­ schop van Myra, die in de vierde eeuw als Bisschop in de stad van Klein-Azie een grooten naam had. Hij werd vroeger vaak afgebeeld met een boek waarop drie gouden appelen lagen, want, verhaalde men, de heilige had, bij een armen man met drie dochters, die hij niet kon uithuwen, omdat hij hun geen bruidschat kon meegeven, drie maal een huwelijksgift des nachts door het raam geworpen. Anderen zeiden, dat hij op de Kerkvergadering te Nicea zoo schoon en kloek de Heilige Drievuldigheid verdedigd had, en dat daarom de drie gouden appelen hem waren toegekend. Naast zijn beeld werd vaak een kuip afgebeeld, waaruit drie kinderen hun handjes naar den heilige op- staken. Daaromtrent leefde een legende, die vertelde, dat een wreedaard drie kin ­ deren had vermoord. Hij had ze in een kuip in den kelder ingezouten, om ze aan zijn gasten voor te zetten. Maar de heilige wist, door de ingeving Gods, wat er in het huis van den wreeden man had plaats gehad; hij ging naar den kelder, maakte een kruis over de kuip en de kinderen herleefden en sprongen er uit. Wat er ook van waar zij van al die won ­ derverhalen: hun geur en atmosfeer bleven de heiligen behouden of ook de historiciteit van al deze wonderlegenden later critisch . werden betwist. En of Sint Nicolaas tot kin- dervriend gedoopt werd, naar aanleiding van deze later ontstane legenden of in ver- band met de omvorming van vroegere veer- Christelijke gebruiken: dat hij heden ten dage een groot- kindervriend jaarlijks blijkt te zijn, zal niemand betwisten. Veel is er ook geschreven of de gebruiken van het geven van geschenken met Sinter- klaas van v66r-Christelijken of Christelij ­ ken oorsprong is. Vooral rond 1900 is daar veel over te doen geweest. lemand, die zich schuil hield achter den naam van Joes a Leydis, wilde in alle ge ­ bruiken rond het St. Nicolaasfeest niets anders zien dan zuiver Christelijke gebrui ­ ken. Dr. Giesbert Brom en Dr. Jos. Schrij- nen (toenmaals leeraar aan het Bisschop- pelijk college te Roermond) zagen de ge ­ bruiken rond het St. Nicolaasfeest als ver- kerstende gebruiken van heidenschen oor ­ sprong, die de Kerk getroffen heeft rond de viering van de feesten der heiligen en ze zoo maakte tot Christelijke gebruiken om de heidensche feestviering en het hei- densche karakter daarvan weg te nemen. Want de heidensche gebruiken, die diep in- geworteld zaten door de viering sinds eeuwen, opeens met tak en wortel uit te roeien, was onbegonnen werk, in de tijden dat het Christendom gepredikt werd aan de iage landen bij de zee. In den voor-Christelijken tijd waren November, December en begin Januari de maajiden der Winterfeesten. Deze waren gewijd aan Wodan, de verpersoonlijking van de bewogen lucht. Het zette in met de No- vemberstormen als Wodan op zijn trouwen schimmel Sleinir, het jagende wolkenheer^ omringd door zijn getrouwen voorging; als de donkere wolken als grijze drommen voe- ren over het leeggehaalde veld en de ont- takelde loofbosschen. De regen viel en de wind gierde langs het primitieve huis aan den zoom van het bosch, maar binnenin was het behaaglijk en zat men rond het knappend houtvuur. Het was de tijd des overvloeds, Het var- ken was geslacht, de veldvruchten en het ooft waren binnengehaald, de wereld lag leeg en verlaten. Het volk rustte uit van het zomerwerk, het waren de dagen van feesten en offers, want de boerenbevolking had in die dagen niets te doen. En Wodan joeg met de trekkende wolken en den bul- derenden wind voorbij: de winden brachten de vruchtbaarheid voor het komende jaar en binnen werden de sagen verteld van de Germaansche goden-mythologie en het was feest. Het eerste feest nam zijn aanvang omstreeks begin November; het tweede z.g. Midwinterfeest of Joelfeest, ontegenzegge- lijk het hoogste feest van December en In de eerste helft van Januari. Sint Nicolaas behield in Nederland zoo goed als het monopolie. En andere hei ­ ligen worden elders als schenkers van goe ­ de gaven vereerd. In Limburg bakt men met Smt Maarten, de Sint Maartenskoeken; in Duitschland houdt men op vele plaatsen OR dien dag smulpartijen; in Oostenrijksch Silezie krijgen kinderen en volwassenen op den vooravond van Sint Maarten velerlei geschenken; in Engeland is St. Clemensdag schenkingsfeest. Met St. Andreas wordt te Reichenberg de St. Barbarakranz gebak- ken; te Keulen is St. Barbara met hare ge ­ schenken de voorloopster van St. Nicolaas de Bisschop van Myra is met zijn geschen ­ ken vooral in Nederland in eere; in Tirol speelt IjUCia voor de meisjes de rol van Sin- terklaas; op St. Thomasdag was het in sommige streken van Brabant de gewoonte dat de kinderen hun ouders buitensloten en dan riepen: Wat belooft ge? Na de be- lofte van het een of ander te zullen geven werd de deur geopend. Dan volgt Kerstmis met zijn Kerstboom en geschenken en met zijn in het Limburgsche Folklore eigen- aardige Kerstbroodje van Geleen; de tweede Kerstdag waarop de kinderen te Neeroete- ren in Belgisch Limburg op broodjes wer^ den onthaald; voorheen at men op ste- fanusdag in den Eiffel tweeerlei brood, het eene zoet en het andere zuur, zooals thans nog in de Rijrilanden. In Brabant gingen op het feest van Onnoozele Kinderen, de kleine meisjes en jongens rond in de kleeren van volwassenen, zingend: „Koosje, Koosje is mijn naam", om wat te krijgen. Dan komt Nieuwjaar met zijn Nieuwjaars- koeken en Driekonlngen, waarop de kin ­ deren zingend met sterre en lampion rond- trekken door den donkeren avondval en overal worden onthaald. Dit eene is zeker: de overdaad van ge- schenkingsfeesten en smulpartijen is een overblijfsel van de voor-Christelijke Win ­ terfeesten; de Kerk heeft deze feestelijk- heden verbonden aan de Christelijke fees- ten en de Heiligen die in dien tijd herdacht worden. Ook het paard, dat Sinterklaas berijdt, heeft hij overgenomen uit de faillieten boedel van Wodan en de groote lans Gung- nir werd vervangen door den statigen Bis- schopsstaf. De schoorsteen, die vooral vroe ­ ger een zoo belangrijke rol in de Sinter- klaastijd speelde, vooral de ruime, ouder- wetsche schoorsteen, waaronder het vuur brandde in een open vuurhaard, was de verbindingsweg tusschen de stervelingen en de geesteswereld in den voor-Christelijken tijd. De schoen of klomp, waarin wortelen of haver werden gedaan voor het paard van den grooten Bisschop vindt men ook in de Volkskunde diep in de eeuwen terug. Vroeger was dit bedoeld als een gave voor den god in het vruchtbaarheidstijd- perk, zooals vroeger in sommige streken de maaiers op den akker een gave achterlie- ten. De Wilde Jager, waarin later tijden Wodan werd getransformeerd,' vulde de schoenen met goud. In Meckelenburg legde de Bruid, voor de huwelijksplechtigheid een stuk geld in elken schoen, want dan heeft ze later geen geldgebrek. Sint Nicolaas komt van een ver land. Een land van licht en zonneschijn, vanwaar hij appels en kastanjes meebrengt. Bij ons werd dat gelocaliseerd in Spanje. Vroeger was het Engeland, het appelen-eiland. In West-Vlaanderen was het Conde: Drie appelkens van Conde Brengt mijn broerkens ook wat mee. In Venlo keert Sinterklaas terug uit Pi- cardie : Gank ut rije no 't lendje van Picardie. Het zijn heel oude en vervaagde verbin- dingsdraden, die het tegenwoordige feest van Sinterklaas met langverleden eeuwen binden. Slechts nauwlceurig en diepgaand onderzoek bracht de duidelijke overeen- komst aap het licht. Want zeiden is er door legenden en gebruiljen een goede Heilige zoo populair gebleven als de H. Nicolaas. Naast kindervriend en gever T^an goede gaven werd hij de patroon van schippers en zeevarenden. En het zal daarom wel zijn, dat hij de patroon is geworden iraii Het handeldrij- vende Amsterdam. meisje. Als een jongen, dat nou nog vroeg. dan zou Sinterklaas er misschien nog over denken! Maar een meisje met een echte vliegmachine.... het was te raar om over te denken! Op de achterste bank zat Mientje van der Loo. Bij haar kwam de juffrouw het laatste vragen. En Mientje, zei ze, wat zijn jou wen- schen? Heb jij je schoentjes al klaar gezet? Mientje, een klein, bleek, armelijk kindje, keek schuw op. De moeder van Mientje moest hard werken als waschvrouw om het hofd boven water te houden, dat wist iedereen. Een vader had Mientje niet. Die was al jaren geleden gestorven. Toen de juffrouw dan ook vroeg of Mien ­ tje haar schoenen al klaar gezet had, keek ieder vol spanning toe. Wat zou Mientje wenschen? Het kleine meisje zweeg eerst even. Nou....? vroeg de juffrouw glim- lachend. Ik zet m'n schoentjes niet klaar, zei Mientje met trillende stem. En waarom dan wel niet, m'n kind? vroeg de juffrouw verbaasd. Moeder zegt, dat Sinterklaas er toch niets in doet. Waarom zou Sinterklaas dat niet doen? Je bent toch het geheele jaar zoet geweest. En je hebt altijd zoo goed opgelet! Als er iemand een prachtig cadeau verdient, dan ben jij dat we 1. Mientje glimlachte nu even. Ja, ze had goed opgelet, het geheele jaar door. Maar. Mijn moeder zegt, verklaarde ze, dat V\ET UEDJE VAH JEOER Si WT'WiCOLAASI QUUS BETLEM Jr. Zoo is (3e Sint-Nic'laastijd dan weer gekomen, De tijd van surprises, van vreugde en pret, Ue tijd (3at we weer in een grappig gedichtje Es fijn in het zonnetje worden gezet! Nu zitten we weer om het hardste te zwoegen, Wat Tiimt er op ... marsepijn, steenkool of visch... Nn jijn weer alien als jolige kind'ren het... Sint-Nicolaasavond weer is! Nu wordt €r weer heel geheimzinnig gefluisterd En zijn er de deuren weer stevig op slot, Nu wordt er ja, zelfs door de grootste verkwisters, Al weken en weken tevoten ge-pot... Nu maken we pakken, die massa's beloven, w bescheiden, eenvoudig en klein, Waarbij cjan de derste dat hoort nu zoo eenmaal De meest onbeduidende blijken te zijn! Nil zijn Weer de straten vol kijkende menschen, Nu zijn Weer de winkels tot berstens toe vol, Nu zijn er de hoofden van grooten en kleinen Al dagen, al weken tevoren oo hoi... Nu s ook.. . de malaise heel even vergeten, Alfhans voor een tijdje de deur uitgezet, want;..'t gaat niet om kostbare, diare geschenken, Maat t gaat toch in hoofdzaak alleen om ... de pretl „Voor de familie Van der Loo. Van Sin ­ terklaas". Het pak werd natuurlijk dadelijk naar binnen gebracht en opengemaakt. En daar zat allereerst: een paar prachtige stevige schoenen voor Mientje in. En dat niet al ­ leen: van alles haalde moeder er uit. War- me kleeren voor de wintermaanden, een paar mooie boeken, twee mooie spelletjes, een keurig wollen manteltje, en wat al niet meer! Mammie, zei Mientje, toen al die heer- lijkheden op tafel lagen, ziet U nu wel, dat Sinterklaas ons niet vergeten heeft?" Moeder knikte lachend. * * * Op het hoekje van de straat stond juf ­ frouw Van Velde met een tiental kinderen uit de klas. Zagen jullie wel, hoe blij ze waren, toen ze het pak vonden? zei de juffrouw. De kinderen knikten. Het is prettig, om wat te krijgen, kin- ders. Maar om wat te geven dat is nog veel heerlijker. De kinderen vonden, dat ook en Geertje Dieken zei zacht: Dat is tenminste mijn fijnste Sinter ­ klaas, die ik ooit heb meegemaakt. Ook al heb ik die echte vliegmachine dan niet gehad.... I ST. NICOLAAS-VIERING IN VROEGER EEUWEN De kapotte schoentjes Juffrouw, vroeg Jansje Bakker op vier December, vertelt U nu 'ns wat over Sinter ­ klaas. En alle kinderen riepen: Ja., ja, dat is fijn. Juffrouw Van der Velde schudde glimlachend het hoofd. Maar lieve kinders, zei ze, ik heb toch al een verhaal verteld over Sinterklaas. Wat moet ik dan nu vertellen? Mogen wij dan wat vertellen? stelde Hans de Bree voor. Ja, dat is een goed idee!, zei de juf ­ frouw. Ik zal maar op het rijtje afgaan he? Julhe weet allemaal wel wat te vertellen over het Sinterklaasfeest. Zeg bijvoorbeeld maar, wat je wenschen zijn. En toen ging het op het rijtje af. Het was leuk, maar bijna alle meisjes haddpn pen naaidoos op hun verlanglijstje staan. Be- halve Geertje van Dieken. Dig zei, dat ze om een vliegmachine had gevraagd. En toen de juffrouw haar vroeg wat voor een vlieg ­ machine, dat dan wel was, zei ze trotsch: Een echte natuurlijk! Daar moest de heele klas om lachen. Een echte vliegmachine. Ja, Sinterklaas was niet lekker! Die gaf daar echte vliegmachi- nes weg! Trouwens zoo meenden de jon ­ gens dat was toch zeker niets voor een Sinterklaas er toch niks indoet. M'n schoen ­ tjes zijn kapot, ziet U. En Sinterklaas doet niks in kapotte schoentjes Het was even stil in de klas. En net, toen de juffrouw wat over die schoentjes van Mientje wilde gaan vertel ­ len, ( ging de bel, ten teeken, dat de les was afgeloopen. Mientje had haar kapotte schoentjes toch klaargezet.... maar.... wat moeder gezegd had, bleek waar te zijn. Er was tenminste niets in, toen ze ging kijken. Op Sinterklaas-avond zat ze bij moeder in de huiskamer. Het was buiten ijzig koud en binnen was het nu ook niet bepaald warm. Toch was er een klein beetje gezel- ligheid. Moeder had ter eere van het Sin ­ terklaasfeest een pot chocolademelk gezet. En er waren ook speculaasjes. Voor Mientje was dat al een heel feest Plotseling het was ongeveer half negen werd er gebeld. Wie zou dat nou zijn? zei Moeder ver ­ baasd. Mlientje zei heelemaal niets. Maar haar hartje klopte. Zou Sinterklaas dan toch..? Samen, moeder en dochter, gingen ze naar de buitendeur, openden deze en niemand was er te zien. Ja, niemand, maar er moest toch wel iemand geweest zijn want die iemand had een vrij groot pak achtergelaten, dat op de stoep stond. Er hing een kaart aan, waarop stond ge ­ schreven : Als je zoo in den St. Nicolaas tijd door de straten loopt en je ziet al die mooie ver- lichte winkels, die met elkaar wedijveren in het uitstallen van het mooiste en aanlok- kelijke speelgoed, dingen zoo fijn, dat je ze wel allemaal tegelijk aan den Sint zoudt willen vragen, dan kun je je haast niet in- denken, dat die St. Nicolaaspret in vroeger tijden soms verboden is geweest. En toch is dat zoo. Uit het oude Holland van de 17e eeuw is een „keur" of „ordonnantie" bekend dat is, wat wij tegenwoordig een politie- verordening zouden noemen waarin het ,setten van craemen opten Nicolaesavond"" verboden werd. De overheid van dien tijd vond dat „teghens alle goede orde ende polityc" en daarom, zoo stond er, behoort het „niet en getolereerd" te worden. Getole- reerd is toegestaan, dat begrepen jullie mis ­ schien al wel. De menschen gebruikten in dien tijd veel Fransche woorden nog meer dan tegenwoordig! Ook de vroede vaderen van Arnhem wa ­ ren vroeger weinig te spreken over de St. Nicolaasviering. Het zetten van een schoen en het bakken van Sinterklaaskoek vonden ze heelemaal niet te pas komen. In een keur van het jaar 1622 werden die beide dingen verboden tot groot verdriet van alle Arn- hemsche kinderen, en ook van vele oude- ren want die lustten de Sinterklaaskoek ook wel! En de reden? zullen jullie vragen. Wel, men dacht, dat de viering van den verjaardag van den goeden Heilige de men ­ schen zou afleiden van „de ware Godes- dyenst". Later heeft men wel ingezien, dat men daar niet bang voor hoefde te zijn en toen kon de Sinterklaaspret overal onge- stoord zijn gang gaan. Trouwens, uit een oud liedje, 66k uit dien- zelfden tijd, toen sommige menschen vrees- den, dat de vereering van God onder de St Nicolaasviering zou lijden, kiln je al zien dat bij alle vereering van den goeden bis ­ schop God heelemaal niet werd vergeten en dat Hem de hoogste eer werd gelaten Dat liedje, dat in 1658 in Gouda werd ee- zongen, luidde: Sint-Niklaas, bisschop, goed heilig man, Wilde wat in mijn schoentje geven, God ^ , [loont u dan. Geefde mij een beurs met bellen, Zoo zal ik u niet meer kwellen Zoolang als het God gelieft ' Heb ik Sint-Niklaasje lief. 1;. "4.