Tekstweergave van UDC1910_0730_00006

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Het mos verdwgnt uit slechte wei Eii klarer bruist uit schrale hei. Hprrnops, roobol of paardcstaart Vordwj^nt Hi] tooverslag van d'afird; Gf-pu onkrui'l groeit er metterigd, Mits gi] royaal met kali zgt, Van zjelitHH, seiiimmels ea zoo voort, Word\ straks geen jota meer gehoord. Ge ziet dus, boeren ea 't is waar (Vraag bgna alle kranten maar), Als ge op uw land maar kali strooit,' Miskikte oogsten kr^gt ge nooit Maar zijt in minimum van tijd Van al uw zorgen gansch bevriid. Dus boertjes s t r o o i t toch k a 1 i m e s t 'tis ook v"or "t 5>yndik;:iiw.t zoo*l)c:st^ !)it itcrf, jr.iiJiT nitC op rymcu, raaat, Al wio verdienl' aan 'l s-yndikaat. JoNKEK KOORN TOT STROOHALJI TOj c I het mcdclijden bij het ptibiiek op te wekken. Wie had reeds geen medelijden met hem ? Doch na het lezen van zijn stuk in Uwblad vaa Zaterdag jl. weet men niet, waaroyermen nu meer medelijden met B. moet hebben: over de geduchte kastijding, die hij van X. heeft ontvangen, of over het tr.eurige figuur, dat hi] maakt met het, onbeantwoord laten van X'. vraag. Wat het eerste betreft, B. zeqt wel, dat X hem niet geraakt heeft, doch waar- om dan zoo'n bedroefd gelaat getoond ? Of heeft hij juist gehandeld als sommige kleine jongens doen, die, na een pak voor hun broek gehad te hebben, in de verte staan te roepen : „lk heb er niks van gevoeld !" Dit lijkt mij nader bij de waarheid. Hoe't zij, ook ik heb werkelijk medelijden met hem, maar meer om laatstgenoemden reden. B. weet heel aar- dig een geschiedenisje te fantazeeren, \ii4arom de " " ' If I& De imker is blij geston d: na eenige trie.4e dagen, waarop het bjieiivolkje vrij- I tot werkeloosheid ws gcdqemd, trad mild zoDiorweer in, ee!it bijeiiweer, en dat bh'-f a;inboud>-n, en d;it juist in zor'n g('e- tijd r.u di! b.ii kw!'itc.Miii)a'.fne i'^- Hf- i) r Lwt'it sUi'U; 1)1] i'h- zO'> kcfitehjk, als U' jijrt n nit'fc lU't get'al wfts, eii. bj.j lu;t zwocIt vochtifie wt-er der hut'te dagen gaveii de bloesems volop nectar. Rondom den byen- stal is het dan ook al hotiig, wat men ruikt, en 't is ee/i lu?t.om te zieu, hoe de bij en met bewoadbftnswaardigon flver zich weren en, zwaar beladcn, nauw met heur kostelijken buit het vlieggat kunuen bin- npn komen. iiii" is dus iiu voor ous, imkers, reden tot juichep, al is bet best mogelgk, dfit v^ij ovir enkele wek-,n, als het scizoea is verstreken, weer »si[)» kyken. Maar zoo zijn wij ru eenmaal. Die slechte, ja bange jaren liebbrn we gehad en 't was alleen de heugenis van be!ere, hoerlijke tijden, die ons deed volliarden; al dat leed zyn wg nu reeds vergeten, niet omdat wg nu al zoo'n groct gewiu kurinen boeken of ons daarop thaas verspitsen, (alles is nu nog verwachting slechts, welker vervulling zeer onzeker is) n..aar omdat wij verschei- dene dagen van genot in drie jaren niet gekend! hebben mogen smaken by het waarnemen der zoo gezellige, zoemcnde drukte, waarmee de lucht om ons huis, in cnzen tuin, op ons erf, is vervuld bij het hooren en zien van het naarstig beweeg der duizerden tn nog eens duizenden ar- beidsters, den ganschen langen dag, terwg I ook in het late avonduur een krachtig, vreugdevol gegons van uit den korf of kast ons vertelt, hoe gverig men daar nog in de weer is. En dan dat heerlgk gezicht, bfl het vluchtig inspecteeren der bgenwo- ningen, van het glinsleren van den honig waarmee de cellen worden gevuld, van de steeds zwaarder wordende tafels! Naar het midden toe zyo de raten al met honig ge ­ vuld en in de voorste worden de cellen al verzegeld, 't Is dan de tijd om d«n honig- slinger, als men dien heett, te gebruiken ; 't zou verkeerd zyn om de bgen heur over vloed te laten houden, want hierdoor zou de werklust kunneo verslappen ; deze wordt geprikkeld en verhoogd, als men den honig wegneemt, en van zwermen heeft men dan ook niet licht hinder, daar de bgen dan te druk zgn om daaraan te denken. Mocht men evenwei zwermneigingen meenen te be^ speuren, dan koele men het volkje wat of door de deur der wpning eens open te zet- tet); of men neme Eenige rype broedrat^ weg, zonder bgen, en geve die aan een zwerm- of sfgezwermd volk. De konin- gianepoort zal blijft de campagne goed ook dienst kunnen doen om in de ho nigkamer honig en geen breed te krygen; andere middelen daartoe falen in vele ge- vallen. Slechts bg sterke dracht zal geen koninginnepoort nobdig zijn: alsdan wor den de raten zoospoedig door de bgen ge ­ vuld met honig, dat /de koningin geen tgd heeft om eieren in de cellen te leggen. In den regei gaat het gewin in onze streek maar matig en dan is de poort o. i. het eenige heerlyke, onmisbare middel om het broed te beperken en in alle raamp- jes slechts honig te winnen. De redactie is niet veraatwoordelijk voor, en ■wil ook ,niet geacht worden steeds in te stemmen met de iogezonden stukkeB. Ravenstein, 19 Juli IQIO. Geachte Redactie, \)^at is die B. te beklagen! Hoe is hij in Uw blad van 9 Juli door X toegetakeld! En zoo geheel onverdiend, met waar, lezer ? 't Was daarom volstrekt overbodig van hem ge.meente Ravenstein indertijd haar sub- sidie f 11:^5 verloor, maar wanneer men hem een vraag voorlegt, die zoo logisch mogelijk uit zijn schrijven voortvloeit, dan zit hij vast en bemantelt zijn onmacht met geklaag en gekerm over den hoon, hem, B. nog wel, aangedaan. Zoo'n wijze van handelen kan nu wel toejuiching vinden bij zijn slippendra- gers, de onpartijdigc Iteer is er niet door bevredigd. En ook persoonlijk wil hij zijn, als hij zegt: „Wie zich te dezer plaatsealtijd alles aanma- tigt, enz. enz.". Of zoo iemand zich te Raven ­ stein bevindt, laat mij voikomen koud. Maar wanneer iemand .zich op den voorgrond stelt, waar .'t zaken geldt V3.n publieken a.&xd, van zaken, die gemeen goed zijn, dan moet men dit niet laken, maar als een verdienste aan rekenen. En in plaatsen, waar men wat ach terlijk is, wordt daartoe zelfs eenige moed vereischt. Of zou B. gaarne zicn, dat in Ra ­ venstein deze toestand was: Een, die de la- kens, uitdeelt; een man of wat, die ze zonder veel tegenstribbdingen opvouwt en de rest, die ze zonder te kildcen maar betaaft? Maar dat zou een Chineesche toestand zijn! Als ik persoonlijk zou willen wezen, 'k zou kunnen zeggen: »Iedereen in Ravenstein weet, dat er een in de gemeente is, wien 't een doom in 't oog is, als iets, wat gemeente-zaken betreft, wordt openbaar gemaakt. Wat heeft Jan en alleman met dat Loterijfonds te maken, niet waar ? Wat heeft men er mee te maken, hoe- veel de uitgaven of inkomsten van dit of dat zijn, niet waar? Daar behoeft een ieder ^n neus niet in, te steken ! ledereen weet, zou ik kunnen zeggen, dat er iemand in de gemeen ­ te is, die er zoo over denkt. En toch, niet waar lezer, moet in den tegenwoordigen tijd een ieder, die aanspraak wil maken lop den naam van ontwikkeld niensch in dergelijke zaken wel degelijk zijn belangste|ling. toonen en wie daarbij zich op den voorgrond weet te stellen is niet de minste onder zijn mede- burgers. Doch genoeg hierover. Men heeft er mij een vefwijt van gemaakt, dat ik mijn meening, dat de subsidie van f 1125 indertijd is verloren geraakt, omdat de gemeente weigerachtig was een onderwijzer aan te' stellen, niet met bewijzen gestaafd heb, Maar, geachte Redactie, dit heb ik niet te bewijzen. Is men dan ziende blind of wil men niet zien ? Dit blijkt immers duidelijk uit den «oproep,« die de heeren Rijken, Ca- ners en Suerrhondt aan hun mcdeburgers de- den. wDoor een . verkeerd begrepen zuiNiG heid -van het Bestuur," zoo schreven zij aan zijn medeburgers, n.l. om geen onderwijzer meer aan te stellen, wzijn de fll25 verloren gegaan." Kan het duidelijker ? Wie trekt hier uit een andere conclusie ? Nu heeft B., die mijn stuk ,, Loterijfpnds en Onderwijs te R.'| wel zou hebben willen vernietigen, als hij kon, wel geschreven, dat ik dezen uoproep" maar in mijn archief had moeten houden, maar dat geloof ik gaarne. Deze «oprOep kwam niet in zijn kraam tepas. Doch watik uit mijn archief :wil nemen is mijn zaak. Om dat ik dien woproep" in mijn stuk van 25 Juni toch plaatste, nam B. het lage middel te baat om de geloofwaardigheid dier onder- teekenaars verdacht te maken. Of beter om ze als onnoozele halzen aan de kaak te stel len. B. schreef: «Die heeren hadden het glad mis." En alle ingezetenen van Ravenstein, die aan dien oproep gehoor gaven, zij wisten niet, wat zij deden, sukkels als zij waren, niet waar B. ? Wat! zij, die den strijd meemaak- ten, zij, die aan het spits ervan stonden, zij zouden niet geweteh hebben, waarover de strijd liep ? O! kon de heer J. Suermondt Senior eens uit zijn graf opstaan, wat zou hij B. ringelooren wegens zijn verregaande bru taliteit om hem,:J. Suermondt, aan het nage- slacht ten toon te stellen als een onnoozele hals, dien men knollen voor citroenen in de hand kon stoppen. „Men moet maar brutaal zijn" schreef X en terecht. Aan alien, die mijn stuk van 25 Juni gele zen hebben, dus ook aan Spectator, herhaa! ik voor de laatste maal, dat ik mijn bewe- ring, dat de subsidie verloren is geraakt, om dat de gemeente weigerde een onderwijzer aan te stellen, qebaseerd is op den „oproep," dien de voorvechters in den bekenden strijd aan hun medeburgers deden. De schryver van Loterijfonds en Onderwijs te Ravenstein. Ravenstein, 21 Juli 1910. Qeachte Redactie, Een afzonderlijk woordje nog aan Spectator. Naar hetgeen N.N. schreef in Uwblad van Zaterdag jl. namelijk : uWare de heer Van de Wiel, hoe uitstekend onderwijzer hij ook was, aan de school verbonden gebleven, allengskens zo,u dezelfde toestand zijn inge- treden, die thans bestaat: te kleine lokalen voor een geschikte klasse indeeling, qe- brek aan voldoende leerkrachten om onderwijs te kunnen geven in drie talen en wiskunde. Oorzaak: Vermeerdering van het getal leerlingen voor gewoon lager onderwijs, als gevolg van de wLeerplichtwet," hiernaar heb ik bij bevocigde school-autoriteiten onder- zocht en -is mij gebleken, dat zoo-de zaak juist is weergegeven. Ik, als leek, leg mij neer bij luui uitspraak en men neme mij niet kwalijk, dat ik dus een oordeel in deze van een onbekenden „Spectator'' van nul en geener waarde acht. Ook wat de qualiteit van den onderwijzer betreft, hierover kan het des- kundig schooltoezicht uitspraak doen. Ook het publiek is in deze alleszins bevoegd een oordeel uit te spreken. En ouders van school gaande kinderen steken Ravenstein toch hun meening niet onder Soelen of banken. Zooals mij na onderzoek is gebleken, hangt de bloei van het Onderwijs eener school niet alleen af van de qualiteit der leerkrachten maa.r wel degelijk ook van de quantiteit. Een zesklassige school met zes onderwijzers-zal beter resultaten afwerpen dan een dergelijke school met twee of drie onderwijzers, al over- treffen deze laatsten de eersten ook eenigs zins in bekwaamheid. Is bij Spectator de quantiteit de hoofdzaak, bij mij legg^etl :dus en quantiteit en qualiteit, gewicht in de'schaal. Ten slotte. Is Spectator een man van waar- heidsliefde, dan zal hij wel willen verbeteren: Commentaar kk/? overbodig. In 1901_ (druk- fout, niet waar? Moet zijn 1910), in 1910 pl.m. 12 leerlingen, ongerekend die leer- ingen der vijfde en zesde klasse voor ge ­ woon lager onderwijs. Daarbij dient men zeer voorzichtig te z;ijn met wstaten" betref- fende het onderwijs te Ravenstein, zelfs die, welke men in de »Provinciale Verslagen" aantreft, zijn, zooals ik vernomen heb, niet eens vertrouwbaar. De schrijver van Loterijfonds en Onderwijs te Ravenstein. beweerde Mane met hoogroode wangen en flikkerende oogen, dat ze hem nooit ver- trouwd had. Er lag lets in zi]n oogen, dat iemand vrees aanjoeg, en zij dankte Ood, dat hij haar ouden papa niet vermoord en be- stolen had. O,; zij schaamde zich zoo, dat ze zich vroeger met dien tuchthuisboef op straat had vertoond. Maar haar papa had dat zoo gewild, terwille van de zaak. Haar papa had haar dikwijls een huwelijk met Burgman aan- geraden, maaf van den beginne af had een inwendige stem haar tegen hem gewaarschuwd. Johannes werd intusschen in verhoor ge- nomen. Hij vertelde overeenkomstig de waar ­ heid, wat er voorgevallen was, doch dit stem- de niet overeen met hetgeen een onderzoek aan het licht bracht. Hij sprak van vierman- nen, die. hem zouden overvallen hebben, maar daar wist nien niets- van. In het bewuste straatje had niemand nachtelijk gerucht ge ­ hoord, en het lijk werd ook niet daar, doch in een andere straat gevonden, JohahheS";zeide, dathij zijn aanvaller slechts teruggewQrpen had en dat deze gevallen was. Nu had het:"lijk wel een wond aan het ach- terhoofd, - doch de doodelijke wond scheen met een knilppel, of een dergelijk stomp werk- tuig, op den 'schedel te zijn toegebracht. De kastelein uit de herberg, welke Johan ­ nes aanwees, bezwoer, dat er geen vierman- ffttaafmKiiisautmasK nen zoo laat nog in zijn lokaal waren. Den dobde herkende hij niet. Ook Johannes had hem nooit gezien; hevig ontsteld stond hij bij het lijk, doch plotseling werd hij kalm Hij wist immers stellig, dat hij den man niet gedood had. . Het was echter mogelijk, dat de, vier kerels later hun slachtoffer gevonden hadden, den man, voor wien zij Johannes eerst gehouden hadden. Doch het was der politic tot op dat oogenblik niet gelukt het geringste spoor van die vier te ontdekken. De rechter voelde zekere deelneming in het lot van den bleeken jongen man, van wien mijnheer Aalders zulke goede getuige nissk aflegde. Zijn dochter had echter scherpe aanmerkingen gemaakt op het fejt dat ,;de knecht van haar papa" zich wel niet voor de eerste maal in dat beruchte gedeelte der stad zou bevonden hebben en overigens zijn le venswandel nog al lichtzinnig was. Van deze voorloopige getuigenverhooren vernam Johannes niets. Men. bracht hem weer naar zijn eel en liet hem daar alleen met het verschrikkelijk vooruitzicht op een lange voor ­ loopige gevangenschap. Hij gevoelde zich diep ongelukkig, als hij aan zijn strengen vader, aan zijn bedroefde moeder, aan Lina dacht. Wat zouden ze zeggen ? In de gevangenis Johannes in de gevangenis! Zijn vader zou In mijn copie. Wat Qeachte Redactie, archief vond ik nog de volgende zou DIE beteekenen ? Aan Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken. Geven met -verschuldigden eerbied te ken- nen, ondergeteekehden, alien ingezetenen van Ravenstein in het Land van Ravenstein : dat het hun niet onbekend was, dat de Wet op het Lager Onderwijs de Gemeente ver- plicht tot het onderhouden eener school, waar- aan twee onderwijzers werkzaam zijn; dat het hun. mede bekend was, dat een Kohinklijk Besluit aan de Gemeente de ver- plichting, oplegt om onder de vakken van Onderwijs die, genoemd bij I. m. n. p. der Wet op te nemen ; dat echter deze laatste verplichting indertijd werd uitgelokt door ingezetenen zelven, thans veelal weer mede, , i^ndergeteekenden, die in bun daartoe, strekkeriS adres het verzoek uit- drukten, de baten van het Loterijfonds tot bestrijding der kosten van meer uitgebreid onderwijs te mogen aanwenden; dat zij hadden vernomen, dat Uwe Excel ­ lentie aan den Raad herhaaldelijk in over- weging heeft gegeven de vrijgekomen gelden te bestemmen tot uitbreiding en verbetering van het teekenonderwijSj- dat evenwei naar hun bescheiden oordeel het toekenhen van gelden uit het fonds voor voortgezet onderwijs waartoe de bevolking slechts op eigen verzoek is verplicht, evenzeer overeenkomstig de bedoeling der stichteren van het fonds moet geacht worden als het toestaan van gelden aan eene teekenschool waarvan de uitbreiding door niemand wordt verlangd. Redenen waarom zij Uwe Excellentie eer- biedig verzoeken de Gemeente te verplichten 1°. de openbare school toegankelijk te stel ­ len voor alle leerlingen boven twaalf jaar uit het Land van Ravenstein, welke verplichting sedert 1 Januari 1887 niet meer bestaat; 2°. steeds een onderwijzer boven het voile getal door de Wet van 1878 vereischt; 3°. eene herhalingsschool te openen, even eens toegankelijk voor alle leerlingen uit het Land van Ravenstein; 4°. de gelden van 't Loterijfonds en het voor herhalingsonderwijs te heffen schoolgeld te bestemmen tot dekking der kosten uit bovengenoemde buitengewone verplichtingen voortspruitende. Hetwelk doende ent Met dank. De schrijver van Loterijfonds en Onderwijs te Ravenstein. Ravenstein, 20 Juni 1910. Mynheer de Redacteur ! Wil mij nog eenige plaatsruimte in Uw blad verleenen. niet vragen, of hij schuldig was of niet. Voor dien man met zijn beperkte denkbeelden was het verblijf in de gevangenis alleen reeds een schande, die men zijn leven lang niet kon uitwisschen. Hij bracht den nacht slapeloos door; eerst toen het helder dag was geworden, sloot hij de oogen en sliep tot laat in den morgen Weder verliep het eene uur na het andere in kwellende onzekerheid; niemand kwam. noch mijnheer Aalders, noch Marie. Dat bracht hem geheel in verwarring. Geloofden zij dan aan zijn schuld ? Hij werd nogmaals in verhoor doch zonder dat nieuwe lichtpunten gevon ­ den werden. De rechter zeide hem, dat tot dusver niet gelukt was, de mannen te vatten die volgens zijne opgave hem. overvallen had den ; er werd echter naar hen gezocht, daar een nachtwacht verklaard had werkelijk eenige mannen te hebben zien wegloopen. Ook de Maandag verliep vreeselijk lang zaam. Enkele kleine gunsten werden hem toe gestaan; ook mocht hij aan mijnheer Aalders en aan zijn ouders schrijven. Hij was echter geestelijk en Uchamelijk zoo overspannen, dat hij niets tot. stand kon bren gen en in .yerdooying in een hoek staarde. In spanning luisterde hij, of mijnheer Aald of Marie kwam; alle schatten der wereld De strijd in zake Onderwijs en Loterijfonds te Ravenstein schijnt in vollen gang. Ons op- perbest. Du chac des opinions jaillis la verite! Waar de heer B. meent, dat hij zijntegen- stander in het zand heeft doen bijten, vrees ik, dat hem, vandaag of morgen deze illusie zal ontnomen worden. Wij zullen zien. Ik wacht echter nog steeds het antwoord op mijn vraag: Waarom heeft het Gemeentebestuur van Ravenstein destijds niet gezorgd, dat de lessen in landbouwkun- de en teekenen voortduurden, als aan die beide vakken uitsluitend de subsidie van fll25 vastzat? U maakt er zich al te ge- makkelijk van af, waarde heer B. Deze vraag klemt des te meer omdat zij zeer nauw ver- band houdt met de geschiedenis van het veel bestreden Kon. Besluit. Dat antwoord had ik van U mogen ver- wachten, alvorens U die snorkende uidaging tot mij richttet. Mocht ik in mijn vorig schrijven wat scherp geweest zijn, ik bied u daarvoor gaarne mijne verontschuldiging aan. Vergeet echter niet, dat er een spreekwoord bestaat: goed voorgaan, doet goed volgen. En wie is in, deze voor- gegaan ? Lees uw eerste artikel nog eens na. U vraagt mij of ik de" finantieele gevolgen wel overwogen heb. Zeer zeker, geachte heer B. Ik heb hier voor me liggen een uittrek- sel uit de Provinciale verslagen overde laat ­ ste jaren tot en met 1908 . (1909 is nog niet verschenen) betreffende dntvangsten en uit ­ gaven van en voor het onderwijs te Raven ­ stein. Ik neem even 1908. Uitgaven : f.3556.59=, ontvangsten f 2810.91 \A. f825 uifhet Loterij ­ fonds, totaal f 3635.91 (en niet f 2810.91; zoo ­ als dat verslag aangeeft). Over f 79.31®. Mijnheer B. deze f825, zullen toch niet op- zettelijk vergeten ? zijn, om niet ruchtbaar te maken dat de ontvangsten de uitgaven over troffen ? Kunt U wellicht dat verschil ophel- deren ? , ' xDm^^ 1910 nog bij eenvermeer- d^tiJHg van f 615, aan rijkssubsidie, daar het getal leerlingen in 1909 boven de 91 was, aldus een batig saldo van pi. m. f 700. En dan hoor ik warempel te Ravenstein nog wel eens klagen, dat 't onderwijs zooveel geld kost. . - Wellicht lust't mij later een volledige, be- tere specificatie te geven van de ontvangsten en uitgaven yodr 't laatste tiental jaren dan de Provinciale Verslagen geven. Vooreerst genoeg. Mijn dank voor de opname en als niet di ­ rect belanghebbende onttrek ik mij voorloo- pig aan verder geschrijf. Denk nog even aan het antwoord ! Mijn- leer B. Uw dienaar. Meqen, 18 Juh. . . . X. . Verkeerde Suinigheid? Geen wettelijk voorschrift noodzaakte in het jaar 1884 de gemeente Ravenstein de vaca- ture Van der Wiel aan te vullen, de vroede vaderen van die dagen hadden dus maling aan het advies van het Rijksschool-toezicht en van de Landsregeering, zoowel als aan de belanghebbende ingezetenen van Stad en Lande. Eindelijk, ja eindeljk willen ze iets doen. Ze meenen het middel gevonden te hebben om goedkooper A&n voorheen zich van 't on ­ derwijs af te maken en zoo ouders van schoolgaande kinderen en kinderlooze belas- tingbetalers tegelijk in het gevlei te komen. De puzzle van 1880; aan de openbare school ten behoeve van het onderwijs in het teekenen en de landbouwkunde de som van f 1125 wordt bekeken. Er wordt geredeneerd: Ravenstein bezit eene teekenschool, die openstaat voor iedereen en heeft geen bouwland, hoegenaamd geen ! En we geven f 100 extra aan den onderwijzer met akte teekenen en nog veel meer aan den heer Kersseniakers, leeraar in de landbouw ­ kunde aan de rijkskweekschool te 's-Bosch ! Pure dwaasheid toch ! Dat moet aan Zijne Excellentie den Heer Minister van Binnen ­ landsche Zaken even onder't oog gebracht worden. wAls we in 'tvervolg geen onderwijs meer behoeven te doen geven in landbouwkunde en teekenen, dan willen wij wel aan hetver- langen van Uwe Excellentie voldoen en den noodigen onderwijzer aanstellen." Zoo berichtte de vroedschap. Ik citeer nu niet, hoor! 't is overlevering, maar B kan in zijne folianten naslaan of de zin der over- levering met den geschreven tekst klopt. Verbeeld U nu een oogenblik, lezer, dat Ge Minister van Binnenl. Z. zijt en dat Uw ambtgenoot en voorganger Minister Kappeijne, den heer Schoolopziener gehoord, destijds den Koning heeft geadviseerd aan de open- bare school te Ravenstein, geen subsidie toe te kennen dan juist op die voorwaarde: ten behoeve van het onderwijs in het teekenen en de landbouwkunde - de toenmalige heer schoolopziener, Mr. H. van Lanschot kende zijne Pappenheimers, wat zoudt ge doen ? Bewogen met het lot der »arme" gemeente enkele honderden guldens uit het Fonds voor Stad en Land schenken aan Ravenstein om het te beloonen voor „zijne aanhoudende zorg" voor het onderwijs? Wie lacht daar? Enfin, het antwoord van den heuschen Minister beteekende zooveel als: Ontheven is de gemeente Ravenstein van de zorg voor het onderwijs in landbouw ­ kunde en teekenen. Probeeren Jullie het nu maar eens zonder dat peulschilletje van f 1125, maar denkt aan het Koninklijk Bevel van 21 Juni 1878. Wat nu ? De subsidie uit het Fonds moet dienen uitsluitend voor onderwijs, hoor! En wel van Stad en Lande! (Het voormelde Fonds kan niet als een Domein van den Lande of van een Souverein worden beschou wd, maar , slechts als - eeri particulier eigendom der Ingezetenen van::de Stad en Lande van Ra ­ venstein. Zie K. B. van 10 Mei 1817 in de Or. Courant van 25 Juni 1910). Zeg, willen Jullie dat do^ nu niet voor de Teekenschool. Die is ook voor Stad en Land! Neen, asjeblief neen!" klonk het door Ra ­ venstein en ver daarbuiten, als 't nog anders kan, «neen Excellentie!" En de vroede man ­ nen van de Stad smeekten Die van den Lande: »Heeren, heeren, wij zijn ten. einde raad; heeren helpt ons, wij vergaan!« Het resultaat van broederlijke samenwerking was: er werden f 825 toegewezen aan de openbare school .en er was verzoening en Vrede. N. N. Ravenstein, 20 Juli. Ons dunkt't verstandig, nu de kwestie zelve voldoende besproken is, de debatten over deze aangelegenheid te sluiten. De Redactie. Coire^spon d.en tie- 0ns wordt verzocht mede te deelen dat de WEd.Achtb. heer F. G- Caners, Burgemeester van Dieden, niet de schrijver is van het in- gezonden stuk betreffende h-et onderwijs te Ravenstein geteekend „X uit Megen," hetwelk wij hiermede bevestigen. Red. Advertenties zijn de beweegkracht eener: zaak, gelijk de stoom het is voor de machines. QrootstQ inricKting yan dien aard in Hsdsrlanl Cferegeld Yoorhanden: Bedden, J\/latra88en, Dekens, IJZEREN LEDIKANTEN; ENZ. A. C. VAN DER MEULEN & ZONEN. Pensmarkt B 33 & 33, 's-BOSCH. = Phot, album en prqsaourant franco. = lAJVDBOUWTENT. ENKHUIZEN^ ~ aan vee gevoederd met iramws £{isiKosfiE« T D van T. DUYVIS. Jz., Koog a|d. Zaan, 0 prijzen (3 eerst©). Rundvee met melkstaten ; ^ prijzen voor verzameling van 13 strifes J^Tcmid-vee met grootste molljoplbrena'st. Verkrijgbaar bij: 1?. .T. "VVertan te Cat-rave, en Wed. El, de Vails te Nedorasselt. plaats. Verrast keken moeder en dochter hem aan, toen zij zijn groet vriendelijk beantwoordden. Zijn toon van spreken, zijn uiterlijk was an ­ ders dan gewoonlijk. »Wat scheelt er aan, Hendrik ? Heb je moeite of twist gehad ? vroegen beiden tege- lijk. „Het is niets!" sprak hij terughoudend, erwijl hij met de eeltige hand langs zijn voorhoofd streek. n Er is toch wat gebeurd!" zei vrouw Bin ­ der. «Nu, u zal er toch wel van hooren ! Denk eens, Johannes Burgman heeft er een ver ­ moord !" ,;Een praatje!" riep Lina. Zij wist dat Hendrik instinctmatig zijn medeminnaar haatte. vHet is toch waar! Juffrouw Dekkers heeft een brief ontvangen, daar stond ,het in ! Ze hebben Johannes gisterenochtend naar de ge-. vangenis gebracht \ " ,/Juffrouw Dekkers! Ze heeft misschien wel van een moord gehoord, maar dan heeft ze er Johannes maar bij genoemd, om het nieuwtje interessant te maken!" zei Lina kwaad. «Het is een schande om zoo iets te ver- zinnen," voegde haal* moeder er bij. (Wordt vervolgd.) zou hij hebben gegeven om uit den mond van een medemensch te hooren; ,,lk houd u voor onschuldig." Doch er kwam nie ­ mand ; hij was als verlaten van God en de menschen. VIII. Lina ging niet meer uit; zij waschte en; streek nu thuis, behoefde haar moeder niet te verlaten ' en vervulde in stillen eenvoud | haar plicht. Dat zij dikwijls bitter leed had, vermoedde zelfs haar moeder niet, die toch met haar gedachten geheel in haar dochter opging. Het was vandaag een beetje laat geworden. Lina ruimde juist het strijkgoed weg, om met haar moeder een avond-boterham te eten, toen zij bekende voetstappen hoorde naderen. „Ach, daar is hij weer!" zeide Lina half- luid, eenigszins verschrikt. Haar , moeder hoorde het. ,Je doet er verkeerd aan, Lina.! Hendrik meent het oprecht met je, en jij houdt hem aan de sleur. Hij heeft toch een flinke sme- derij, je zou niet meer behoeven te wasschen voor de menschen." Een krachtig gebouwd jonkman trad, be- scheideii aanklpppend, binnen ; hij zeide goe- den avond en nam plaats op den stoel aan het bed der zieke, waar vroeger Johannes gezeten had. Blijkbaar was dat zijn gewone