Tekstweergave van UDC1911_0107_00005

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Bijvoegsel van de„Udensche Courant" van Zaterdag 7 Januari 1911 W EEKK ALENDER. ZONDAO 8 JANUARI. H. Apollinaris, bisschtp. Omtrent de daden van dezen heilige is weinig bekend, maar de geleerde Eusebius, Theodoretus en ook de H. Hie- ronymus, die behooren tot de oudste en meest betrouwbare geschiedschrijvers der Kerk roemen heni als een heilig bisschop en een geieerd man, een der schitterendste lichten van de tweede eeuw onzer jaartel- ling. Deze vrome herder zag met droef- heid de slagen, die door de vervolgingen der heidensche keizers aan de opbloeiende Kerk werden toegebracht. Hij wist, dat de haat der heidenen, evenals de afkeer veler protestanten en ongeloovigen in onzeniiid, voor een goed deel te wijten was aan on- bekendheid met de christen leer en aan allerlei hatelijke onwaarheden, die daarover verspreid waren. En daarom besloot hij een geschrift op te stellen, waarin die leugens werden weerlegd en de zuivere leer van Christus werd uiteengezet. Zulke geschrif- ten, die ook thans veel verspreid worden, noemt men apologetische werketi, d.i. ver- dedigings-schriften. Omstreeks het jaar 177 na Jezus' Geboorte bood hij nu dit ge- schift aan den keizer Marcus Aurelius, die den Christenen toch reeds beter gezind was, dan zijn voorgangers, en dat had reeds aan- stonds dit goed gevolg, dat de keizer een wet uitvaardigde, welke verbood voortaan iemand voor de rechtbank te slepen enkel en alleen omdat hij christen was. Dit bracht reeds een aanmerkelijke verzachting aan. Jammer maar, dat de keizer eenige vroegere vervolgingswetten liet bestaan, en dat zijne opvolgers die goede wet weerin- trokken. FEUILLETON. Dg Bochter van den Speler. 2) En boven de verschillende geluiden, soms flauw galmend, gilt de locomotief op scherpen en de lucht doorklievenden toon; 't is als de lach van den boozen geest, die op zwarte vleugels boven de stad drijvend, juicht omdat hij ziet hoe de samenleving zich als het zwijn in de modder verlustigt. Het schijnt wel dat de nog zoo levendige wijk de twee nachtbrakers niet aanlokt, zij heffert zelfs het hoofd niet op, werpen gee- nen oogslag rechts de straat in, en slenteren voorbij. Hoe verder zij de volkrijke voorstad ingaan, hoe rustiger, hoe stiller zij wordt. In de verte sterft een gebroken draaiorgel- tobn weg, die in onze dagen de muzikale begeleiding is van het werk der volksbescha- ving. .. , Soms ontmoeten z\\ nog eenen werkman, die zwijmelend, luid tot zichzelf sprekend, of eenige hikkende tonen zingend, langsdemu- ren der huizen schaaft en eindelijk, beklagens- waardig schepsel! met eenen vioek neerzakt en zwijgt. MAANDAQ 9 JANUARI. H. Petms van Sebaste, bisschop. Hij behoorde tot een voorname familie, die in vroegere tijden yele beroemde generaals had voortgebracht. Petrus was de jongste van tien kinderen die ontsproten uit liet huwelfk van den H. Basilius met de H. Emmelia. Zijne jeugd bracht hij door met ernstige stadie en veel gebed, zoodat hij opgroeide tot een man van hiOoge wetenschap en heiligen levens- wandeL In het jaar 362 werd hij abt van een klooster, dat vroeger door zijne heilige moeder gesticht was en met vele bezittin- gen begiSigd. Weldra brak er in die streek (Pontus, in Klein-Azig) een vreeslijke hongersnood uit, en nu werd zijn klooster, "dank zij de groote naasteniiefde des hei ­ ligen, de redding voor vele armen uit den omtrek, omdat hij alle armen onderhield zoolang het klooster nog iets bezat, totdat weer betere oogsten volgden. In 380 werd hij gekozen tot bisschop van Sebaste en bestuurde dat bisdom met groote wijsheid en heiligen ijver en overleed omstreeks 387. DINSDAG 10 JANUARI. H. Agathon, paus. Hij werd geboren op het eiland Sicihe, bekleedde jaren lang het ambt van schat- , bewaarder der Kerk van Rome en werd Paus gekozen in 679, en overleed reeds in 682. Hij muntte bijzonder uit door nederig- heid en zachtmoedigheid en zorg voor de onvervalschte verkondiging der christelijke leer. Zoo riep hij eene algemeene Kerk- vergadering (Concilie) bijeen in de keizer- stad Konstantinopel, (die nu, helaas, sedert 1450 in handen der Turken is). Op dit Concilie veroordeelde hij opnieuw de ge- vaarlijke dwahng der zoogenaamde iVlono- thelisten, dat waren ketters, die beweerden. Ginds galmt het geklons van een paar klompen op het voetpad, eene zwarte vrouwen- gestalte slaat den hoek der straat om. Zoekt zij misschien den ongelukkige, die als een zak neerviel en bleef liggen ? Uit het donkere einde der straat stijgt on- duidelijk een min of meer muzikale toon op ; allengs wordt die klank duidelijker. Een on- aanzienlijk gebouw, eene danszaal, een soort van vjeneverpaleis" is nog open. Daar woelt en verbrast het volk de zuur- gewonnen penningen, en als het eindelijk den zak ledig voelt, geeft het zichzelf de schuld niet maar wel de samenleving, den bezitter, zelfs de geestelijken en het kruisteeken ! Niet verre van daar staat een politieagent. De toegang tot dit zoogenaamde paleis is walgelijk ; er stijgen verpestende dampen uit op. Let niet op den morsigen grond, ziet niet rechts waar twee dronkaards elkander ver- trouwelijke zaken vertellen; niets links, waar vrouwen uit de volksklas op hetzelfde oogen- blik lachen, schelden, dreigen - nietongelijk als in een gekkenhuis. Wilt ge binnengaan? Stap dan snel do«r, de ingang zou -u, bij eenig nadenken doen terugdeinzen. De twee nachtbrakers letten op dit alles niet, zij zijn hier blijkbaar meer geweest. Murg gaat rechtdoor; Bronveld werpt een dat in ChistMS slechts een wil was, in plaats van twee, n.L de goddelijfce,€« de mensche- iijke, zooals de Kerk leert. WOENSDAG 11 JANUARL H. Egwin, bisscMp. Tegetswoordig, sedsrt de zestien- de eeaw, is Eageland gro®tendeels pro- testant, maar van ongeveer 990 tot 1500 was het katholiek, en zeer go«S katholiek, zoodat bijna alle missionnarissen, die het eerst in sns land het Christendom gepre- dikt hebben, Engeischen waren, o.a. de groote H, Willibrordus. Egwin nu was een prins uit het Huis der Angelsaksische Vorsten van Mercie in Engeland, maar hij verliet het Hof zijns vaders en ging in een klooster studeeren voor den priesterstand. In 692 werd hij bisschop van Worcester en trad met wijzen, heiligen ijver op tegen- over eenige groote heeren van adel, die door hun schandelijk leven veel ergernis gaven, Natuurlijk waren die woedend daar ­ over en dwongen den heiligen bisschop tot de ^ vlucht. Rome, zooals altijd, was het toevluchtsoord voor den vervolgde. Maar in 701 keerde hij in zijn land terug, waar inmiddels zijhe vervolgers hun invloedver- loren hadden, en nu stichtte hij de be ­ roemde abdij van Evesham. Eenige jaren later reisde hij weer naar Rome, om zaken die de Kerk raakten te regelen, maar nu in gezelschap van twee Angelsaksische Vorsten, die uit ijver voor een meer god- VI uchtig leven later hun recht op den troon prijsgaven. De heilige bisschop stierf in 717 en werd begraven in die abdij te Evesham. DONDERDAG 12 JANUARI. H. Arcadius, martelaar. Hij leefde in den tijd dier groote vervolgingen onder de heidensche keizers zilverstuk op de zwarte plank voor een raam- pje en men steekt hem twee uitgerafelde en vet besmeurde kaartjes toe. Deze neemt hij zonder aarzelen op doch de teruggegeven centen laat hij onaangeroerd liggen. In den hoek van den ingang staat eene vrouw. Als deze ziet dat Bronveld binnengaat zonder de centen op te nemen, schiet zij toe ; doch van den binnenkant loert men ook en een vuile hand trekt ze snel weg. Het paleis is een groote zaal, waar het werkvolk danst, en waar het er dys niet meer bloemhofachtig uitziet. Wie zijn hier de bloemen ? De volksvrou- wen en volksmeisjes met onbeschaafde ge- zichten, brutale oogen, ruwen lach en lange haargordijnen, die het voorhoofd geheel be- dekken ? Zijn het de halfdronken kerels, die op het geschal van eenen klephoorn en een paar andere onbeschrijflijke speeltuigen, wild en woest rondspringen, alsof zij een helschen dans, een sabbath, een Roodhuidendans willen voorstellen ? Het orkest speelt eene wals; deparen vlie- gen onvermoeid en draaien, als door eenen storm rond en voortgezweept, de twee nacht- raven voorbij. De wapgan der vrcuwen en meisjes zijn , van RGfirae, waarover wij reeds dikwijls ge- sproken faebben. Wat een schrikkelijke tijd was dat .1 De duivel, die moest aanzicn, dat de leer van Jezus Christus, reeds tijdens de Apostefen, zich over heel het Romein- sche Rp begon te verspreiden, was be- grijpelykerwqze in woede ontstoken. Tot dan toe werd overal goddelijke eer bewe- zen aan de afgoden, dus in den grond aati den duivel zelf, die de menschen daartoe verleid had, om aan de eer, welke God alleen toekomt, afbreuk te doen. Ook al de Staatsambtenaren vorderden van de onder-' danen die goddelijke eer voor de afgoden. Bij alle openbare staatsplechtigheden en feesten waren offers voorgeschreven, te brengen aan de afgoden, alle handelingen der staatsburgers, huwelijk, koop en ver- koop, verkiezingen, enz., enz. gingen ge- paard met verplichte afgoderij. De Chris ­ tenen wilden daaraan natuurlijk niet mee doen en toen werden zij, zoodra men ze christen wist, gevat en gedwongen afgoderij te plegen. Zij verborgen zich overal, velen vluchtten in de woestijn of in onderaard- sche holen, hun goederen in de steek latend, maar werden zij gevonden, dan moesten zij, op straffe des doods, de afgo ­ den yereeren. Natuurlijk waren er talrijke verklikkers, die op die manier zich zochten meester te maken van de goederen der christenen. Zoo werd nu ook Arcadius, die gevlucht was, gevonden, en toen deed hij wat zijn plicht was, namelijk de afgoderij yerfoeien, werd hij op gruwelijke wijze langzaam gedood: men brak hem n.l. een voor een de vingers, de armen, de beenen, enz. totdat hij stierf. Maar zoolang hij nog spreken kbn bad hij tot God. Wat een heldenmoed ! hoog rood gckleurd, en als er hier een paar ophoudt en van vermoeidheid op de bank neerzakt, stormen andere paren en altijd in denzelfden helschen kring weer voort. Wij hebben ook onze heloten zoowel als Sparta; doch laat ons zeggen : «Vergeef het hun, zij weten niet wat zij doen!" Murg is eensklaps een ander mensch ge- worden; de onbeschaamde uitdrukking van zijn gelaat is verdwenen en heeft plaats ge- maakt voor eene onrust die men wellicht nooit op zijne trekken ontdekt heeft. Wat meer is, zijn lichaam dat altijd lui gelijk eene oude koets in riemen schijnt te hangen, heeft eensklaps veerkracht gekregen;' kortom, 't is of hij op dit oogenblik ergens belang in stelt. Met een tintelenden oogslag volgt hij den kring der dansers en danseressen; hij heeft het oog op hetzelfde punt gevestigd. Tweemaal vliegt hem een jong meisje voor ­ bij. Dat meisje, rijzig van gestalte, kanzoo wat^ veertien jaren tellen, op dien ouderdom reeds in die hel! ; De danseres is blootshoofd; het weelderige zwarte haar is door de beweging eenigszins Iqsgewceld; haar gelaat is niet mager, ook niet gevuld; doch het is frisch, scherp, zelfs fijn; de w-nkbrauw VRIJDAG 13 JANUARI. H. Kentigern, bis ­ schop. Hij was een prins uit Schotland, waar in dien tijd een vrij woest volk woonde, de Picten genaamd, en hij werdi geboren in 516. Hij ontving zijne weten- schappelijke opleiding in een klooster Culros genaamd, een der vele stichtingen van den heiligen Columba. Later werd hjj bisschop van een plaatsje dat later de be ­ roemde en fraaie havenstad van Schotland werd en thans Glasgow heet. Hij leidde een streng en boetvaardig leven en bracht veel bij tot de bekeering der Picten. Hij overleed, ongeveer 85 jaar oud, in 601. ZATERDAG 14 JANUARI. H. Felix van. Nola, priester. Een leven vol wonderen. Tijdens de vervolging onder keizer Decius (circa 250 na Christus) verborg zicli Felix; niet omdat hij den marteldood vreesdc, maar om als priester, onder allerlei ver- mommingen, aan de geloovigen in 't ge- heim de genademiddelen der kerk te kun- nen toedienen. Eens werd hij gevat en ter- stond met roeden geslagen op het naakte lijf, en in de gevangenis geworpen om daarna gedood te worden : maar een Engel verscheen hem en verlostte hem. Een anderen keer zat men hem achterna en toen vluchtte hij in een oud verlaten ge ­ bouw, waarvan terstond de spinnen alk toegangen met dichte webben bedekten. wDaar kan hij niet zijn, fluisterden zijn ver ­ volgers, anders moesten die spinnewebbeii verscheurd zijn !'• Zoo ontsnapte hij hun. Na aldus veel geloovigen in 't geheim ge- sterkt te hebben door de genademiddden der H. Kerk, die ze vooral in die gevaar- lijke tijden zoo noodig hadden, overleed hij in geur van heiligheid, terwijl de Chris- tenen door zijne talrijke wonderen niet oog lig"t diep en donker. Het geheel is schoon, doch belangwekken- der dan wel schoon. Murg rilt over al zijne ledematen; hij strijkt met de hand over de oogen, alsof hij aan deze meer klaarte wil geven, en nu de dan- seres andermaal voorbijkomt schiet hij toe, mompelt iets dat n iemand verstaat, maar grijpt haar driftig bij den arm. Die beweging wordt nog sneller dan wij het hier kunnen beschrijven, door een klinkenden slag in 't voile aangezicht beant- woord. 't Is niet de danser, die slaat, 't is de danseres. Noch zet zij eer. oogenblik de beweging voort, doch onophoudelijk zendt zij den on ­ beschaamde, die haar heeft dur\'en aanraken, bliksemende oogopsiagen toe. De slag heeft onmiddellijk verwarring te- weeg gebracht; in een omzien wordt Murg omringd en grove, bruine en besmeurde vuis- ten komen bonzend op zijne borst terecht.' Aan het geven van uitleggingen is niet te denken; de aanwezigen woelen, schreeuwen en kwetteren, dedeur wordt met geweldopen- gerukt; twee vuistea als tijgerklauwen uitge- spreid, grijpen Murg bij de borst en stooten hem tegen een glazendeur, die rinkelend een glas uit een barer vierkante oogen laat vallen. (Wordt ver.'olgd.)